Skip to main content

Vierde ronde CAO RST: er is gerekend

03 maart 2021

We hebben samen met de werkgever sommen gemaakt om te berekenen wat de kosten zijn van een regeling waardoor werknemers geboren in de periode 1960-1969 met zwaar werk drie jaar eerder kunnen stoppen. Die sommen zien er ongeveer als volgt uit.

We hebben als maximale kosten:

3 jaar x €21.200 die de werkgever boetevrij mag betalen
3 jaar x compensatie van de pensioenpremie
1 jaar Senioren Fit 80 / 90/ 100 +


x het aantal mensen dat gebruik kan maken van deze regeling = bijna € 10 miljoen

We hebben als financieringsbronnen:

De reservering van 0,7% van de loonsom vanaf 2021 Een deel van de opgespaarde reservering van 0,7% van de loonsom sinds 2012
De subsidie van SVBPVH
De subsidie van STIVU
De besparing op de werkgeverskosten van de SFR-regeling
De besparing vanwege minder 90%-dagen en dienstverbanddagen +


x het aantal mensen dat gebruik kan maken van deze regeling = circa € 6,8 miljoen

Als je de het ene bedrag van het andere aftrekt, houd je € 3,2 miljoen over. Die hoeft echter niet in één jaar op tafel te worden gelegd, maar kan worden gefinancierd in meer dan tien jaar. Afgezet tegen de loonsom in die meer dan tien jaar, gaat het om een percentage van afgerond 1,2% die we van de loonsom bijeen moeten sparen. In de praktijk zal dit lager zijn, omdat niet alle werknemers voor de maximale 3 jaar in aanmerking zullen komen, omdat zij bijvoorbeeld minder dienstjaren in de haven hebben.

Nu moeten we er wel bij zeggen dat die eerder stoppen regeling, zoals wij die ons voorstellen en waar deze rekensommen over gaan, niet zomaar geregeld is. Er moeten nog afspraken gemaakt worden met de overheid over die betaling van drie jaar pensioenpremie. Daarnaast is de boetevrijstelling voor het doorbetalen van die € 21.200 volgens het pensioenakkoord een tijdelijke maatregel en is nog niet besloten dat deze regeling na 2025 wordt voortgezet.
Maar: als we NU al beginnen met “sparen” voor deze regeling (door onze looneis te matigen en in plaats daarvan voor een eerder-stoppenregeling te reserveren), is hij betaalbaar. Mochten we de plannen moeten aanpassen vanwege overheidsbesluiten, moeten we nieuwe afspraken maken over hoe we de 1,2% die we nu extra willen reserveren alsnog kunnen besteden aan eerder stoppen.
Zo ziet FNV Havens het. Maar de werkgever niet.
Die hanteert als uitgangspunt dat de CAO alleen duurder mag worden vanwege de APC, en dat daarnaast NIETS mogelijk is. NIETS. Dus als we willen reserveren, moeten we de CAO op andere punten verslechteren.

De werkgever kwam, toen hij overigens nog dacht dat er een reservering van 1,36% nodig was om eerder stoppen in de cao te kunnen opnemen, met het volgende voorstel.
We kunnen een reservering doen voor eerder stoppen, onder de volgende voorwaarden:

  • Een driejarige CAO met werkzekerheid, behalve voor max 15 “TOS-gerelateerde” arbeidsplaatsen;
  • Alleen APC;
  • De werkgever mag mensen inhuren waar hij maar wil;
  • De koffiepauzes worden afgeschaft;
  • Nieuwe werknemers in de continudienst krijgen 23 in plaats van 25 vakantiedagen;
  • Nieuwe werknemers krijgen geen € 9,72 per uur nabetaling voor overwerk;
  • Nieuwe werknemers krijgen beperktere opbouw van vakantiedagen als ze langer dan een jaar ziek zijn;
  • Nieuwe werknemers kunnen hun overgebleven verlofdagen maar een half jaar meenemen.

Dit waren niet de voorwaarden waar FNV Havens akkoord mee wilde gaan.
Wij deden het volgende tegenvoorstel:

  • Een tweejarige CAO met werkzekerheid;
  • APC + 0,5% initieel per jaar;
  • Reservering van 1,2% van de loonsom voor een eerder-stoppenregeling;
  • Een “meerwerk-toeslag” voor part-timers die meer uren maken, maar niet meer dan 40u per week (meer dan 40 uur per week = wel overwerk en dus overwerktoeslag);
  • Nieuwe werknemers krijgen 23 in plaats van 25 verlofdagen, met de mogelijkheid er twee per jaar bij te kopen (voor 1/220ste van het jaarsalaris per dag);
  • De dispatchers (nieuwe functie) indelen in dezelfde loonschaal als de yardplanner (ook nieuw) en de scheepsplanners;
  • Onderzoek naar mogelijkheden om te komen tot meer taakroulatie;
  • En verder geen veranderingen in de CAO.

Maar dat was voor de werkgever niet acceptabel en lag te ver af van wat hij zelf wilde. Daaromtrok hij het eerder gedane voorstel van tafel, wil niets reserveren voor eerder stoppen en gaat zich vanuit de oorspronkelijke voorstellen die hij deed beraden op “hoe verder”. Daar komt hij op 23 maart a.s. op terug, als we een volgende afspraak hebben.

FNV Havens vindt het echt ongehoord dat de werkgever vasthoudt aan het afschaffen van de koffiepauzes en het schrappen van de bestaande inhuurafspraken. De koffiepauzes zijn hard nodig om het werk op een veilige en prettige manier te kunnen doen. En de inhuurafspraken zijn er niet voor niets: FNV Havens wil in de haven geen concurrentie op arbeidsvoorwaarden en zeker niet van uitzendbureaus die alleen maar voor bepaalde tijd jongelui in dienst willen nemen. Verhurende bedrijven die graag ook een haven-cao willen hebben, kunnen zich bij FNV Havens melden. De werkgever heeft bovendien geweigerd enig inzicht te geven in de problemen die hij binnen de huidige inhuurmogelijkheden zegt te hebben. Als dat duidelijk zou zijn, zou FNV Havens samen met RST en de verhurende bedrijven kunnen kijken naar oplossingen. Maar dat kan nu dus niet.
FNV Havens ziet de logica niet van het minder betalen voor overwerk aan nieuwe collega’s. En last but not least: een eerder stoppenregeling kan gemaakt worden als we daar vanaf nu een klein percentage van de loonsom voor reserveren. Waarom zouden we die kans laten lopen?

Kortom: we zijn benieuwd naar wat drie weken bedenktijd oplevert. Hopelijk alsnog het inzicht dat het voorstel van FNV Havens helemaal zo gek nog niet was en kan leiden tot een afronding van de cao-onderhandelingen.

De volgende afspraak is dus op dinsdag 23 maart a.s..

Met vriendelijke groet, Danny Bossman, Corinne Bruin, Martin Geertsema en Joost van der Lecq