Skip to main content

APMT MVII: enige voortgang in de onderhandelingen

22 februari 2018

Op 20 februari jl. hebben we de onderhandelingen voortgezet over een nieuwe CAO voor APMT MVII.

Op een aantal punten (die de werkgever niet veel geld kosten) is de werkgever ons en zijn wij de werkgever tegemoet gekomen en zijn we het derhalve wel eens. Maar een cao is pas rond als we het over alle punten eens worden. En zo ver zijn we zeker nog niet.

Op de vorige onderhandelingsmiddag (8 februari jl.) constateerden we een belangrijk verschil in uitgangspunten tussen de werkgever en de vakbonden. De werkgever wil heel graag een CAO voor vier jaar afsluiten (dus tot en met 2021) en de vakbonden gaan uit van een tweejarige CAO. Dat laatste is mede ingegeven door het feit dat de sectorale afspraken (over werkzekerheid) midden 2020 aflopen. Als er geen vervolg komt op het sectoraal akkoord, willen vakbonden de mogelijkheid houden om in elk geval in de CAO’s maatwerkafspraken te maken met het oog op werkzekerheid.

De werkgever heeft ons gevraagd welke afspraken de vakbonden graag gerealiseerd zien om toch een vierjarige CAO overeen te kunnen komen. We hebben als reactie daarop een flink aantal punten genoemd, waaronder natuurlijk werkzekerheid (de garantie dat je niet om bedrijfseconomische redenen ontslagen zult worden) voor de hele looptijd van de CAO.

Eén van de andere punten is dat we in aanvulling op de afspraken uit het sectoraal akkoord een seniorenfit-regeling voor collega’s uit de geboortejaren 1957 t/m 1959, en de afspraak dat er gespaard wordt voor een soortgelijke regeling voor jongere collega’s.

Over de "loonparagraaf", zoals dat altijd zo mooi heet, liggen de werkgever en vakbonden nog ver uit elkaar. Sowieso met de percentages die we in gedachten hebben. Maar de werkgever ziet ook het liefst dat een deel van de initiële loonsverhogingen afhankelijk wordt van te bereiken doelen op het gebied van productiviteit en schades. Maar vakbonden voelen daar weinig tot niets voor. Wij gaan er vanuit dat iedereen zich nu reeds inspant om met zo min mogelijk schades een zo hoog mogelijke productiviteit te bereiken en we verwachten geen verbetering als de loonsverhoging van dat soort criteria afhankelijk is. Bovendien hechten we aan zekerheid met betrekking tot de loonontwikkeling.

We onderhandelen uiteraard over meer onderwerpen, maar de hierboven genoemde zijn op dit moment de "lastigste". De werkgever gaat in de komende weken bespreken of hij mandaat kan krijgen om – in het kader van een vierjarige CAO – aan de wensen van vakbonden tegemoet te komen. Vakbonden zullen nadenken of er we onze voorstellen nog ergens kunnen matigen om andere voorstellen gerealiseerd te krijgen.

Op 8 maart a.s. onderhandelen we verder.

We houden jullie op de hoogte.

Namens de onderhandelingsdelegatie,
Joost van der Lecq