Skip to main content

DIT IS GEEN STEMADVIES …

06 juni 2019

... maar een weergave van wat we tot nu toe hebben kunnen lezen en begrijpen van de afspraken die zijn vastgelegd in het zogeheten “Pensioen-akkoord”. Omdat alle leden geacht worden hier volgende week ja of nee tegen te zeggen, heeft de sectorraad Havens voor jullie de resultaten in het akkoord vergeleken met de punten die we als FNV Havens telkens naar voren hebben gebracht.

66 in beton

Dit is niet de uitkomst van de onderhandelingen. Wat bereikt is, is dat de AOW-leeftijd minder snel stijgt dan aanvankelijk was aangekondigd. Daarom is die pas in 2024 67 jaar en niet al in 2021.

Na 2024 stijgt de AOW-leeftijd verder: per jaar stijging van de gemiddelde levensverwachting stijgt de AOW-leeftijd met 8 maanden. Volgens de huidige prognoses van de ontwikkeling van de levensverwachting betekent dit dat de AOW-leeftijd in 2060 69 jaar en zes maanden zal zijn.

Mensen met zwaar werk moeten eerder kunnen stoppen

Er wordt door de onderhandelaars gesteld “dat mensen met zwaar werk drie jaar eerder kunnen stoppen met werken”. Afgesproken is dat de zogeheten RVU-boete (minimaal 52% heffing over elke euro) drie jaar lang niet zal worden geheven over € 19.000 bruto per jaar. Dus als je drie jaar voor je AOW-leeftijd stopt met werken en de werkgever betaalt je inderdaad die € 19.000 per jaar, dan hoef je daar alleen belasting over te betalen en geen boete.

Aan deze afspraak zitten mogelijk nog wat losse eindjes en lastige randjes.

  1. Niet is vastgelegd dat de werkgever deze € 19.000 moet betalen. De werkgevers die wij inmiddels hebben gesproken, hebben dat zelf ook nergens zien staan. Dit moet dus eerst nog bevochten worden. Want de overheid betaalt al helemaal geen cent aan deze “regeling”.
  2. € 19.000 per jaar is een mooi bedrag, als je dat bovenop je loon zou krijgen. Maar het is waarschijnlijk te weinig als dit je enige inkomsten zijn. Over aanvulling van dit bedrag moet wel RVU-boete betaald worden. Als je dus zou afspreken met je werkgever dat je niet € 19.000 per jaar krijgt, maar bijvoorbeeld € 49.000, dan moet er drie jaar lang 52% over € 30.000 aan boete betaald worden. Daarmee wordt de rekening voor eerder stoppen een stuk hoger. Niet is afgesproken wie die rekening gaat betalen.
  3. De andere optie is dat je “geld uit je eigen pensioenpot naar voren haalt”. Dat betekent: levenslang een lagere pensioenuitkering.
  4. Als je drie jaar eerder stopt, bouw je over die jaren geen pensioen meer op. Dit zijn de jaren waarin je als werknemer de hoogste bedragen opbouwt. Bij € 65.000 jaarinkomen gaat er in die jaren zo’n € 15.000 per jaar in je pensioenpot. Die zou je dan missen. Compensatie hiervoor is niet afgesproken.
  5. FNV Havens heeft er voor gepleit om (een deel van) de belasting over de ploegentoeslag apart te zetten om eerder stoppen mogelijk te maken. Op dit punt zien we in het akkoord alleen dat zal worden onderzocht of en hoe dit mogelijk is. Er is vanaf 2021 t/m 2024 wel € 200 miljoen per jaar beschikbaar om “duurzaam werken” (lees: langer doorwerken, deeltijdpensioen) te faciliteren. Maar hoe een sector voor subsidie uit deze pot in aanmerking kan komen, is nog onduidelijk.

Korter leven, eerder AOW en pensioen

FNV Havens vindt dat er onderzoek moet worden gedaan naar de gemiddelde levensverwachting van mensen die langdurig in ploegendiensten werken. Die wijkt namelijk af van de gemiddelde levensverwachting waar nu mee gerekend wordt. Een lagere levensverwachting zou moeten leiden tot eerder AOW en pensioen. Over dergelijk onderzoek is niets afgesproken.

Andere punten uit het pensioen-akkoord

In het akkoord is afgesproken dat voor elke werknemer, ongeacht zijn leeftijd, hetzelfde percentage pensioenpremie betaald moet gaan worden. Jongeren leggen daardoor meer in dan zij feitelijk nodig hebben voor hun pensioenopbouw (want wat zij inleggen, rendeert een langere periode). Ouderen leggen daardoor minder in dan zij nodig hebben.

Dit is dus een ander uitgangspunt dan in de beschikbare premieregelingen zoals we die over het algemeen in de haven kennen. Ombouw van dit systeem naar een systeem dat in het akkoord wordt bedoeld, kost geld. Het is maar zeer de vraag of onderhandelaars stilgestaan hebben bij deze consequentie voor bijvoorbeeld de havensector. Het zou redelijk zijn, zeggen ook de  havenwerkgevers die we hebben gesproken, om regelingen zoals die in de haven bestaan, te ontzien. Zeker omdat deze regelingen precies voldoen aan wat de regering het liefst zou zien.

Tweede Kamerleden

Vandaag hebben we samen met havenwerkgevers gesproken met enkele kamerleden van verschillende partijen. Voor zover die enthousiast waren over het akkoord, bleek dat het ze vooral om de hoofdlijnen ging. Over hoe alle hoofdlijnen na uitwerking feitelijk uitpakken voor individuele werknemers, bijvoorbeeld de werknemers die zwaar werk doen, was hen ook niet alles duidelijk. Dat gold ook voor de zwaar-werk-afspraken. “Het is beter dan niets”, was de meest gehoorde verdediging daarvan.

De regeling om € 19.000 vrij te stellen van RVU-boete, geldt slechts voor een periode van 5 jaar, omdat daarna wellicht overgestapt zou kunnen worden op het systeem dat “45 jaar is
genoeg”. Of dit kan moet in 2020 duidelijk worden. Maar onder de kamerleden was er maar weinig vertrouwen dat er binnen 20 jaar een betrouwbare registratie zou kunnen komen van het aantal jaren dat iemand gewerkt heeft.

Kamerleden erkenden dat er in de pensioenonderhandelingen waarschijnlijk niet gedacht is aan onze huidige zuivere beschikbare premieregelingen. Zij vonden dat havenwerkgevers en
vakbonden een punt hebben als ze die regelingen niet willen wijzigen.

De keuze is aan jullie

Als wij het akkoord beoordelen, kunnen we niet concluderen dat onze speerpunten voldoende zijn geregeld.

Ongeacht de uitslag van het referendum bij FNV, zal FNV Havens met werkgevers in overleg blijven om eerder stoppen met werken in onze sector mogelijk te maken.

Met strijdbare groet,

Sectorraad Havens